
Het mooiste vind ik dat wij, zodra we een “zware” dag achter de rug hebben, ons stuk voor stuk asociaal gedragen in het openbaar vervoer. Iedereen’s dag was klote, jij bent niet speciaal. Ik snap ook dat je snel naar huis wilt en thuis met pizza en Netflix in je bed wil duiken om morgen hetzelfde riedeltje weer over te doen.
All aboard!
Het is half zes ’s avonds en absurd druk op Utrecht Centraal. Je hebt nog tien minuten voordat je trein aankomt. Zodra de trein het station binnenrijdt claim jij je spot al op het perron. Op hoop van zegen dat je precies goed staat en er een deur precies voor je neus stopt.
Karma, yes! Je staat perfect.
Je staat nu echter exact voor de ingang samen met nog ongeveer 35 anderen. Je moet kiezen, schuifel je nou naar links, of naar rechts? Met pinguïnpassen duw je de overige reizigers met je rug naar achteren, waarbij je de heerlijke vochtige warme adem in je nek voelt van iemand die blijkbaar fan is van koffie en shag.
De deuren gaan open, achter je staan mensen gruwelijk in de weg. Er wordt geduwd, er wordt getrokken, maar jij staat als huis. De mensen stromen de trein uit en jij loopt te vloeken dat die “lijers” moeten opschieten. Alleen op deze manier kan jij de meest strategisch plek uitzoeken, snel neer ploffen, je tas meteen naast je flikkeren en je oortjes in vlammen met volume op standje laat-me-met-rust. En dat allemaal terwijl je glazig naar buiten blijft turen. Alleen op die manier voorkom je obstakel nummer 2, hopen dat er geen irritante gast naast je gaat zitten.
Shit, it happens.
“Mag ik hier zitten?” vraagt een man in pak semi-gepikeerd, waarbij jij met strak gespannen kaken nog maar net “Maar natuurlijk” weet te mompelen, terwijl je jouw tas net iets te lomp van de stoel naast je te trekt. Je bent natuurlijk wel goed opgevoed!
Perspectief
Wat vooral ook mooi is, is je kop op het moment dat jij als laatste de trein binnenkomt en er nergens plek meer lijkt te zijn.
Ineens zie je toch nog één plekje vrij naast een chick die glazig naar buiten kijkt. Het lijk alsof ze in een droevige videoclip figureert. Ze heeft haar tas op de stoel en wil duidelijk met rust worden gelaten, maar dat boeit jou niet. Jij wilt zitten. Je hebt namelijk 10 minuten moeten lopen van je werk naar het station. Aangezien je een gewoontedier bent en op je werk ook alleen maar op je gat gezeten hebt wil je dit patroon doorzetten, je moet namelijk wel een beetje consistent zijn!
“Mag ik hier zitten?” vraag je belerend, terwijl je demonstratief half schuin bij de geclaimde stoel staat.
Zo maak je in ieder geval duidelijk naar iedereen dat dit toch écht jouw plek is, want dat heb je immers geleerd op je assertiviteitscursus.
Opschieten
Wat ik ook niet snap is dat zodra jij de trein uit wilt stappen er zich twee scenario’s kunnen ontvouwen.
Scenario 1 gaat als volgt. Je hebt super veel haast en staat driftig als eerste bij de deur en ramt dertig keer op de knop. Terwijl de trein het station binnen rijdt zie je dat het perron aan de andere kant is en jij, uitgerekend jij, staat voor de verkeerde deur, shit. Je draait je om. Bij de andere uitgang zie je natuurlijk dat het perron alweer helemaal vol staat.
Nice, jouw aansluiting staat in ieder geval al klaar. Je weet niet eens zeker of het wel jouw trein is, maar dat maak je jezelf wel wijs. De deuren gaan langzaam open. Je vloekt op de mensen die naar binnen willen omdat ze godsgruwelijk in de weg staan. Je hoort een fluitje en schiet in de stress. Er zit niks anders meer op dan panisch naar buiten rennen en hysterisch om je heen kijken. Zoekende naar waar dat vervloekte fluitje vandaan kwam, om er vervolgens achter te komen dat het niet jouw trein was die vertrok. Je komt tot rust en loopt naar het elektronische informatiebord en wat blijkt nou: Je hebt een half uur vertraging, joepie!
Scenario 2 ontvouwt zich als jij nog ruim een half uur de tijd hebt om over te stappen op de sprinter naar Tilburg-reeshof en niet van plan bent om op te schieten.
Je sjokt langzaam achter de rest aan om uit te stappen en plots zie jij verschrikt dat er zo’n hufter is die al instapt terwijl JIJ nog uit moet stappen. Je bloed begint te koken, want wie denkt hij wel niet dat hij is?
“Hallo, er moeten nog mensen uitstappen, ja!” hoor je een ouder echtpaar schallen, die netjes wachten tot ze naar binnen mogen. Gelukkig bestaan goede bejaarden ook nog.
Terwijl jouw sprinter het station binnen rijdt denk je bij jezelf hoe asociaal sommige mensen wel niet zijn. De massa stroomt de trein uit en jouw gedachte springt over naar maar één ding: Hoe kom ik zo snel mogelijk die trein weer in?
Speltip 6: Spreid je kansen
Je bent natuurlijk géén one trick pony. Jij hebt namelijk meerdere strategieën achter de hand, aangezien jij een fervent en doorgewinterd gebruiker bent van het OV.
Zeker op zondag is het verstandig, als bingoclub “de Zoeten bij” weer een uitstapje maakt, in te stappen via de eerste klas. Die ouwetjes verzinnen het natuurlijk nooit om een shortcut te gebruiken, slim!
Als jij en je traject besties zijn, weet je ook waar je wanneer moet zitten. Vaak heeft het dan geen zin om nog een stoel in de coupé te zoeken. Je laat jezelf dus zakken op een klapstoel in zo’n tussenstuk waar de coupé en uitgang elkaar tegenkomen en lacht vervolgens, in jezelf, de mensen uit die denken nog wel een plekje te kunnen bemachtigen.
Wel rot hoor al dat lawaai in dit stuk, maar gelukkig zet jij je Beats by Dre hard genoeg zodat de rest ook mee kan genieten van Korn en Slipknot. Eindelijk rust aan je hoofd.
Totdat je merkt dat je honger krijgt, het is namelijk al half 5 joh. Je sleurt je Kipling hutkoffer onder je vandaan, ritst alle 60 vakken open en ziet tot je geluk dat je nog één, inmiddels kleffe, boterham met kaas hebt en één pakje Wicky tropical.
Je denkt bij jezelf: Yessssss, deze dag is toch zo slecht nog niet!
Reacties