Een tijdje terug deed ik zo’n test om te zien hoeveel aardes er nodig zijn als iedereen zo zou leven als ik. Het antwoord was 5,6.
Best bizar. Ik dacht namelijk dat ik best goed bezig was. Wat hem bij mij waarschijnlijk de das om deed was het aantal vlieguren dat ik gemiddeld op jaarbasis maak. Blijkbaar neem je daar moeder aarde ook nogal droog mee in de arie. Hoeveel je er allemaal precies mee verbruikt is lastig te meten, maar blijkbaar een hele hoop.
Ironnie
We vinden onszelf allemaal eerlijke, oprechte en morele wezens, maar zijn we dat eigenlijk wel? Hoe vaak spreekt ons eigen gedrag onze eigen (uitgesproken) woorden tegen? Ondanks dat ik tijdens mijn surftrip in Lombok rietjes weiger ben ik dus nog steeds een hypocriete eikel.
Ik ben door de jaren heen nogal gefascineerd geraakt door cognitieve dissonantie en het afstoten van onze eigen verantwoordelijkheid. Het is makkelijker om ons eigen gedrag recht te lullen door de realiteit zo te interpreteren dat het onszelf geen naar gevoel kan geven. Direct in een spiegel kijken is namelijk pijnlijk. Zeker als deze gitzwart is, want dan zie je alles. Daarom tekenen we er liever eerst een clownsgezicht op.
Wat ik me afvraag is in hoeverre we ons gedrag aan moeten passen zodat het met onze woorden matcht.
Koos Impactloos
Is het überhaupt wel mogelijk om impactloos door het leven te gaan? Ik bedoel, in de zin van geen invloed hebben op datgene wat zich onlosmakelijk om ons heen beweegt. Dat hoeft natuurlijk niet alleen met het milieu te zijn, maar bijvoorbeeld ook met vrienden, familie of arbeiders in ontwikkelingslanden die lelijke t-shirts maken die nog geen wasbeurt overleven.
In het grote plaatje lijkt je rol verwaarloosbaar, zowel temporeel gezien als in de hoeveelheid mensen die er nu zijn, maar ik denk dat je toch altijd een impact zal hebben.
Vergis je niet. Ik ben me volledig bewust van mijn hypocriete moralistische geneuzel, maar niet om iedereen ineens ecologisch verantwoorde onderbroeken van Angolees kattenhaar te laten kopen.
Nee, ik snap er zelf ook geen zak van en vind het gewoon interessant hoe wij deze cognitieve dissonantie zelf in stand houden. Zeker als het gaat om subculturen die eigenlijk bekend staan om hun liefde voor de natuur. Zoals surfers.
Maar wanneer geef je dan wél om het milieu?
Ik denk zodra je bewust je best probeert te doen, maar ook begrijpt dat je nooit helemaal milieuvriendelijk kan leven omdat het ook nog eens bijzonder lastig te meten valt. Want hoe meet je als ‘leek’ de uitstoot in CO2, methaan, gebruik aan hectares grond, waterverbruik, etc., van alles wat je doet? Waar moet je überhaupt beginnen?
Survival of the shittest
Want stel nou dat je compleet impactloos door het leven zou kunnen gaan. Zou je dat dan moeten willen?
Is er niet altijd afbreuk en opbouw? En zijn dat eigenlijk niet compleet loze termen aangezien afbreuk voor het ene organisme, opbouw en kansen voor de ander betekent. De ene zijn dood is de ander zijn brood. Of haal ik dingen door elkaar?
Druist het willen controleren van onze omgeving niet compleet in tegen survival of the fittest? Waarbij de omgeving juist bepaalt welke eigenschappen, vaardigheden of karakteristieken tot uiting kunnen komen. Óf is dat kunnen en willen controleren van onze omgeving misschien juist waarom wij als ras het ‘zover’ hebben weten te schoppen? Waarschijnlijk een hele hoop van beide, want shit is niet zwartwit. En als dat wel zo was, dan zou ik je aan willen raden om even langs de dokter te gaan.
Plastic panda’s
Evolutie gaat altijd door, maar wel retetraag. Het willen controleren van onze eigen omgeving is alleen maar om het bestaan van onszelf en de komende generaties in stand te houden. Alhoewel de komende generaties ook nooit zullen weten hoe het in onze tijd was. Behalve dan dat wij zeiken dat er vroeger nog wél reuzenpanda’s waren. Die wij zelf ook niet eens in het echt hebben gezien behalve dan in Ouwehands Dierenpark.
Niet meer dan begrijpelijk, maar ook een tikkeltje arrogant. Helemaal als je kijkt hoe lang we er nu zijn in perspectief met hoe lang de aarde al bestaat. En dan wil ik niet heel erg nihilstisch klinken, maar juist optimistisch. Met de aarde zelf komt het namelijk altijd wel goed.
Ik wil nog steeds heel graag het boek Plastic panda’s van ‘volksfilosoof’ Bas Haring lezen. Dat gaat schijnbaar allemaal over het bovenstaande.
Surfen
Ik kaartte het net al even aan. Surfers staan namelijk best wel dichtbij de natuur. Zonder het getij, de wind, de zeebodem en tig andere dingen waarvan ik waarschijnlijk niet eens weet dat ik ze vergeet op te noemen, kunnen wij niet doen wat we zo graag doen.
Golven pakken.
En golven pakken dat kan je best in Nederland doen, maar dat is verre van optimaal. Dus vliegen we naar verre oorden waarbij we in boardshorts en bikini’s zonder al dat dikke neopreen in het water hoeven liggen. Of we rijden in oude Diesels, die relatief goedkoop in aanschaf zijn, naar Frankrijk of nog zuidelijker.
Onze pakken en planken daar gaan we het niet eens over hebben, maar we gaan wel huilen als we een filmpje zien van een schildpad met een rietje in zijn neus. Daarom weigeren we rietjes als we in Bali zijn. Dat we met daar naartoe vliegen figuurlijk bij 500 schildpadden langzaam rietjes in hun neus duwen willen we niet echt inzien. Nee, want de daadwerkelijke rietjes lieten we liggen. Diffusion of responsibility.
De ri(e)tjes doen het hem. Allemaal.
Liefde voor de natuur
Wat ik me afvraag is waar de grens moet liggen. Moet je vooral kijken naar wat je wel allemaal al doet óf naar de dingen die je niet doet? Je kan namelijk wel stoppen met lang douchen, maar als je vervolgens nog steeds 6 keer per week rundvlees eet dan valt die impact van het douchen eigenlijk in het niet.
Maar moet er überhaupt wel een grens zijn?
Valt onze minimale inzet (i.e. wisselen van bank, energiemaatschappij, korter douchen etc.) te rechtvaardigen onder de noemer dat je in ieder geval al wat doet? Proberen we onszelf dan vooral een goed gevoel te geven óf is het daadwerkelijk een goed begin, maar moet daar er daarna wel constructief op worden doorgepakt. En hoe doe je dat dan?
Harder, better, faster, stronger
Ergens denk ik dat het biologisch, historisch én socio-cultureel bij ons zit ingebakken om altijd maar meer te willen. Want bij altijd maar meer willen komt natuurlijk ook vraag en aanbod, schaarste, status, aanzien en macht kijken. En daar hoef je nog geen Napoleon voor te zijn. Nee, ook op micro-niveau vertonen wij dit gedrag waardoor we altijd impact zullen hebben op de aarde.
Want je hebt ook impact als je hele sociale leven in Brabant is, maar je een betere baan met een hoger salaris kan krijgen in de Randstad en daarom elke dag 4 uur op en neer rijdt in de spits.
Moet je dan eigenlijk genoegen nemen met minder salaris waardoor je gewoon in Brabant kan blijven en lopend naar je werk kan gaan?
Zoals ik al zei: waar leg je de grens en moet deze er überhaupt wel zijn?
Rituelen en ritme
Ik las ooit een boek van Robert Fulghum genaamd From Beginning to End: The Rituals of our Lives. Kortgezegd beschrijft hij in dit boek hoe wij eigenlijk al onze routines, rituelen, ritme en regelmatigheden zijn. Van de manier hoe jij je wast onder de douche tot aan de seizoenen die ons beïnvloeden. Wij zijn onze gebruiken. En dat is best wel tijd en energie-efficiënt.
Dit boek heeft mij veel inzicht gegeven in hoe wij bijna alles uit automatisme doen. Dat inzicht heeft mij ook geholpen bij het inrichten van een autonomere levensstijl.
Die efficiëntie zie je ook op neurologisch vlak. Ons brein is namelijk een bijzonder energie-efficiënt orgaan. Door neuronen op allerlei mogelijke manieren te verbinden en te clusteren in netwerken kan informatieoverdracht razendsnel gaan. Met processen (bewuste en onbewust. bottom-up en top-down) koppelen wij realtime gebeurtenissen aan voorgaande ervaringen om interacties zo succesvol mogelijk te laten verlopen met minimale energie.
Daarom sluipen nare gewoontes er snel in en kom je er ook lastig van af, denk ik. Of het nou nagels bijten is of je knieën blijven gebruiken bij je pop-up. Wij zijn onze gebruiken en elke poging om ons gedrag aan te passen kost veel extra energie en inspanning. Dat zorgt intern voor veel weerstand en dus is het makkelijker om te blijven doen wat we altijd gedaan hebben.
Dat moet je dus ook doen om milieuvriendelijker te kunnen leven. Jezelf herconditioneren. Het is zeker mogelijk, maar er gaat gewoon meer tijd en energie in zitten.
Je moet ook niet meteen alles willen veranderen. Elke week een kleine verandering doet al wonderen. Op de lange termijn pluk je er dan de vruchten van omdat dit ook weer routines worden. Zo blijft het behapbaar.
Het leven?
Zou het dan zoals altijd gaan om een bewuste berusting? Waarbij je weet dat er altijd impact zal zijn en zoveel mogelijk je best doet om je omgeving te ontzien. Waarbij je openstaat voor reden en kennisoverdracht. Of is dit al te esoterisch en pijnlijk? Als dat zo is, hoe maken we het dan toegankelijker?
Ik doe ook een heleboel tegenstrijdige dingen en ik snap het allemaal ook maar half. Daarom stel ik in dit stuk heel veel vragen. Dit hele stuk gaat dus meer over welk perspectief we in moeten nemen en waar de focus moet liggen. Want als we alles volgens ‘het boekje’ doen, kunnen we dan nog wel leven zoals we nu vanuit onze routine doen?
Dit is geen oproep om te stoppen met vliegen, vlees te eten, plastic te gebruik of zelfs om te stoppen met surfen. Nee, dit is het leven. Impact zal je altijd hebben. Begin gewoon met kleine veranderingen en maak het je routine. Je best is denk ik het enige wat je kan blijven doen.