Deze column is verschenen in de eerste 6SURF magazine van 2017. Lees je hem liever in print, dan bestel je hem hier.
Kijk. Ik ben Brabants. Om mij heen vind je geen zee. Fuck, ik heb niet eens een zwemdiploma. Ik ben niet opgegroeid met surfers en al helemaal niet met een surfer’s cultuur. Ik ging nooit naar surffeestjes of op surftrip. Ik heb tot op heden nog nooit met zo’n verzilte surfchick getongd en heb op surfcamps dagenlang in lycra’s rondgelopen tot witgroene pluisschimmels zich begonnen te vormen, want dan voelde ik me meer surfer ofzo. Klassieke kook dus. Mooie tijd.
Toen ik als vadsig jochie in mei 2009 drie surflessen nam bij Hans van den Broek wist ik eigenlijk helemaal niet waar ik aan begon. Daarmee bedoel ik vooral het hele wereldje wat om onze sport heen hangt.
Je kan dus begrijpen dat ik altijd een vreemde eend ben geweest. Zowel thuis als in de “surfscene”. Ik heb met vallen en opstaan geleerd hoe ons surfwereldje in elkaar steekt. Het leuke daarvan is dat ik soms nog steeds met verbazing kijk naar hoe sommige mensen in ”onze” scene zich gedragen.
Alhoewel we allebei dikke wenkbrauwen hebben ben ik geen Kaspar Hamminga en dat ga ik ook nooit worden. Neem mij en dit stuk dus niet té serieus.
ZÓ serieus?!
Wat mij in acht jaar vooral is opgevallen is hoe serieus veel surfers zichzelf en het surfen nemen. Dat is zacht gezegd fucking bizar. Helemaal in Nederland.
Na dit artikel kunnen zich overigens twee mogelijke interacties voordoen:
- Relativerende surfers die mij lachend de hand schudden.
- Jongens met een vlassnor, doodblond piekhaar en een petje die mij een paar net iets te gemeende beuken geven tijdens een pit in het Paard van Troje.
Tegen die laatste groep surfers wil ik het volgende zeggen:
Misschien voel je jezelf wel een baas als je zes weken per jaar in Zarautz als instructeur op een kamp werkt, maar we weten allemaal dat surfen er amper in zit en je het voornamelijk doet om elke tiendaagse buslading van chick te wisselen. Hoogstwaarschijnlijk zal dit meisje hierna nooit meer echt surfen, maar wel alle surffeestjes en festivals in Bloemendaal en Zandvoort afstruinen in de hoop een andere verzilten prins op een veel te kleine Hypto Krypto te scoren.
Neem jezelf niet zo serieus.
Daar gaat dit hele stuk over.
Lifestyle wannabe’s
De meisjes waar ik het net over had zijn het soort meisjes die zichzelf te goed voelen voor Amsterdam en dus lekker in Haarlem gaan wonen. Ze dragen regelmatig van die truitjes die gemaakt zijn van die witte dingen die je oma altijd haakte voor over de bankleuning. Meisjes die het altijd hebben over #vanlife en dromen van een utopische levensstijl waarbij oneindige liefde, surfen, eenhoorns en elfjes hun illusie doen voeden. Je kent ze wel.
Leven van het surfen is een droom van velen. Het ‘vrije’ leven is aanlokkelijk. Vrijgevochten jezelf kunnen onderhouden door de mazen van de maatschappij klinkt vet, maar is in feite heel erg kut. Het is namelijk keihard werken om succesvol te zijn. Vandaar dat de sfeer tussen alle surfshops in Scheveningen soms ook beetje gespannen kan voelen. Zeker als je de zoveelste bent die een hipsterkuttent opent met turquoise inrichting en een veel te dure Deus ex Machina noserider aan de muur.
Het is namelijk het wiel opnieuw uit willen vinden terwijl je eigenlijk alleen maar kraaltjes om de spaken doet. Het is weinig nieuws.
Het verzuurde stukje hierboven gaat over de wannabe’s. Mensen die wellicht één keer op surfkamp zijn geweest en nu helemaal doen alsof surfen hun leven is. Met andere woorden de wanderlustsletjes en instadouchbags die het alleen maar om de lifestyle lijken te doen. Sommige surfers ergeren zich er kapot aan, want het wordt drukker in het water en het lijkt allemaal niet echt om het surfen te gaan. Ze maken de sport “kapot”.
Surfen is een hype. Accepteer het. Deze hype gaat voorbij en tot die tijd zul je bijvoorbeeld in Canggu en Sri Lanka een hoog hipster-instagram-olifantenbroek-gehalte waarnemen. Komt goed, maak je maar geen druk. Canggu is over een paar jaar toch naar de klote en dan gaan ze lekker verder tot aan Tanah Lot. Veel verder naar het westen ga je ze nóg niet vinden. Doe er je voordeel mee zou ik zeggen.
Surfers
Mensen die wél echt surfen, a.k.a. mensen die niet twee weken per jaar in Mimizan hun semi-gun “shredden”, zijn in mijn ogen ook een bijzonder ras. Surfers zijn namelijk doodnormale mensen met een hobby die veel te vaak definiërend is voor wie ze zijn. Iemand die graag vist staat namelijk bij anderen ook niet bekend als “de visser”. Bij surfers is dit vaak wel het geval en dat geeft alleen maar aan hoe sommige surfers, niet-surfers en wannabe-surfers naar ons en onze “lifestyle” kijken.
Om te surfen ben je overgeleverd aan de natuur. Nog wel tenminste. Dat betekent dat je op korte termijn je plannen moet kunnen wijzigen om naar zee te gaan. Dit betekent dat je daar ook je leven zoveel mogelijk op in moet richten. Hoe vaak hoor jij in je groepswhatsapp dat mensen eerst thuis moeten overleggen of ze naar zee mogen? Wellicht omdat je een kleine hebt die niet alwéér naar opa en oma kan omdat je deze week al twee keer bent geweest.
Door die toewijding word je bijna wel “de surfer”. Ik denk dat die toewijding en zelf-gretig-opgeplakte stempel veel surfers ook een beetje naar het hoofd stijgt. Het blijft namelijk maar surfen. Het maakt je geen “larger than life” figuur omdat je op een of andere manier je passie hebt weten te combineren met een gangbaar leven.
Je bent gewoon een gast/chick met een hobby.
Surfermaatschappij
Je draai vinden in het Nederlandse surfwereldje kan soms even pittig zijn. Het voelt namelijk lang niet altijd even toegankelijk. Het wereldje is klein en ons-kent-ons. Zelfs als je iemand nog nooit echt gesproken hebt heeft iedereen wel een vaag vermoeden wie wie is. Iedereen heeft elkaar ook op Facebook. Fucking vaag eigenlijk.
Zolang jij overigens je best probeert te doen om erbij te horen hoor je er eigenlijk nog niet bij. Het moet je dus gewoon allemaal geen flikker (lijken te) boeien.
Wil je er toch bij horen? Zorg dan dat je de volgende dingen van je lijstje kan afstrepen:
- Vaak en hard: “YEEEWWW” schreeuwen.
- Zeiken over hoe druk het is in het water.
- Door Erik Ringelberg getagd worden op Facebook.
- Op de gevoelige plaat gezet worden door Robin Bakker.
Barney’s & Kooks
Het beste bewijs voor mijn gezeik is hoe belachelijk sommige surfers anderen behandelen die net beginnen met surfen. Je ziet en hoort het namelijk overal, in het water, op feestjes of op social media.
Kooks.
Nu wil ik benadrukken dat er een duidelijk verschil is tussen een Barney en een Kook. Een Barney is simpelweg iemand die net begint met surfen. Een Kook is iemand die (net of al even) surft, maar niet echt goed is en wel heel erg tof loopt te doen. Barney’s en Kooks houden zich vaak niet aan de (ongeschreven) regels uit onwetendheid of lack-of-skill. Een Kook zal eerder gewoonweg schijt hebben en gewoon tof doen.
Ik denk dat veel surfers die anderen Kooks noemen, of die nogal uit de hoogte doen, het zelf stiekem ook nog gewoon zijn. Het gaat namelijk allemaal om perspectief dat je inneemt. In Nederland kan je misschien wel aardig surfen, maar als we jou naar Pipeline sturen blijft er hoogstwaarschijnlijk weinig van jou en je skills over. Best ironisch om iemand anders dan een Kook te noemen. Dat bedoelde ik dus met hoe bizar het is om zó uit de hoogte te doen in Nederland.
Het probleem is dat 95% van de Barney’s als Kooks worden behandeld. Dat is echt volkomen onterecht en fucking oneerlijk. Nu snap ik dat je met logisch nadenken kan voorkomen dat iemand zijn pak verkeerd om aan doet of zijn vinnen achterstevoren vastschroeft, maar kan je niet veel beter de surfer zijn voor iemand die jij eigenlijk nodig had toen jij net begon?
Om een Barney lachen is overigens niet erg. We hebben het namelijk allemaal moeten doorstaan. Soort van ontgroening.
Nu snap ik dat het “druk” is in het water en dat jij je ritten ook wil pakken, maar ook jij bent ooit een Barney geweest. Ga dus niet boos worden en schelden. Leg het gewoon even uit. Kost je 5 minuten van je tijd.
Nu zeg jij heel slim: “Ja, het zijn er zoveel. Dan ben ik mijn hele sessie kwijt.”.
Ik stel daarom voor dat we ergens in Haarlem of Scheveningen zo’n hip kut koffietentje beginnen die Barney’s & Kooks heet. Klinkt serieus best goed toch? Dan lokken we daar alle beginnelingen naartoe en verwelkomen wij ze met een warm hart en de juiste instructies. #nothingbutlove
ÓF we verzinnen een soort van surfpolitie met surfdiploma’s. Dat je alleen op bepaalde breaks mag surfen als je een bepaald diploma hebt. Lijkt je dat wat? Mij niet in ieder geval.
Weet je wat je ook kan doen?
Jezelf niet zo aanstellen.
Erkenning
Als je echt van het surfen wil leven moet je iets uitzonderlijk goed doen, helemaal in Nederland. Hoe beter je surft, of hoe uitzonderlijker je bent, des te groter is de kans dat je echt van het surfen kan leven. Daarmee bedoel ik ook surfscholen, instructeurs en die enkele fotograaf die écht goed is.
Dat neemt niet weg dat al die mensen lang en hard moet werken voordat ze succes en erkenning krijgen. Dat hele proces maakt je denk ik ook wat nederiger.
Ik kan dus best begrijpen dat bij het surfen veel afgunst en arrogantie komt kijken, maar manmanman wat nemen veel surfers zichzelf toch serieus. Er is namelijk meer in het leven dan golven pakken of erover praten. Zelfs als heel je leven rond het surfen is opgebouwd.
Surfoloog
Als je mensen zo een spiegel voor aan het houden bent dan moet je zelf ook wel met de billen bloot.
Ik hoor je al zeggen: “Gast, je noemt jezelf Surfoloog. Dat is ook behoorlijk arrogant. Neem jij jezelf ook niet een beetje te serieus?”.
Mijn antwoord is nee.
Allereerst, het is maar een naam. Ik heb neuropsychologie gestudeerd, maar vond het teringsaai. Wat ik wel graag doe is golven pakken en erover schrijven. Vandaar de naam. Surfoloog.
Net als velen van onze generatie wil ik ook niet van negen tot vijf op kantoor zitten, maar van bloggen kan ik niet leven. Mijn blog kun je dus prima een uit de hand gelopen hobby noemen. Ongeveer anderhalf jaar later en ruim 70 artikelen verder groeit Surfoloog langzaam door, maar ook ik zal er gewoon bij moeten werken.
Verder ken ik Erik Ringelberg niet, maar heb hem wel op Facebook. Ook ben ik nog nooit door Rekkab himself gefotografeerd, maar schreeuw in het water wel vaak “YEEEWW!!”. (Geen haat, hè boys! <3). Natuurlijk zijn er ook een hele hoop surfers die gewoon relaxed zijn. Relativeren dus.